Hoe een substraat te kiezen voor grondloze teelt
Er zijn veel substraten voor grondloze teelt, die allemaal worden uitgegraven en geselecteerd op basis van de omstandigheden op verschillende plaatsen. De soorten substraten die hier worden genoemd, verwijzen naar veelgebruikte substraten en zijn alleen ter referentie.
1. typen
De classificatie van substraten is gebaseerd op de morfologie, samenstelling, vorm, etc. van substraten. Het volgende is een classificatiesysteem voor grondloze substraten, gewijzigd ten opzichte van het classificatiesysteem van de heer Teruo Ikeda.
In dit systeem worden de anorganische matrix en de organische matrix gezamenlijk een enkele matrix genoemd om overeen te komen met de gemengde matrix.
2. Eigenschappen van verschillende grondloze cultuursubstraten
De eigenschappen van het substraat hebben voornamelijk betrekking op de fysische en chemische eigenschappen van de gekweekte planten. Fysische eigenschappen omvatten capaciteit, porositeit, grootte-tot-leegte-verhouding, deeltjesgrootte, enz.;
Chemische eigenschappen omvatten chemische stabiliteit, zuurgraad en alkaliteit, kationsubstitutiecapaciteit, buffercapaciteit, geleidbaarheid, enz. Soms zijn er ook enkele belangrijke functies van substraat, met name water, bij activiteiten in het plantenleven.
(1) water
①De rol van water Water is de bron van leven. De belangrijke rol van water in de activiteiten van het plantenleven omvat voornamelijk de volgende aspecten:
Ten eerste is water een belangrijk onderdeel van protoplasma;
Ten tweede is water de grondstof voor fotosynthese en hydrolyse van organisch materiaal;
Ten derde is water het oplosmiddel en medium van biochemische reacties;
Ten vierde handhaaft water de inherente houding van planten: dit is een noodzakelijke voorwaarde voor planten om verschillende fysiologische activiteiten uit te voeren, zoals celdeling, groei en differentiatie, gasuitwisseling en gebruik van lichtenergie;
Ten vijfde verdampt water door de huidmondjes van de bladeren, waardoor de temperatuur in de plant daalt en de lichaamstemperatuur relatief constant blijft bij warm weer.
②De kenmerken van water als substraat van grondloze teelt Water is een onzichtbare en smaakloze transparante vloeistof en het is een zeer goed oplosmiddel voor veel stoffen. Hierdoor heeft water als grondloos kweeksubstraat de volgende eigenschappen:
A. Voldoende water en kunstmest maar weinig zuurstof In het water kunnen de verschillende voedingsstoffen die nodig zijn voor de plantengroei worden opgelost en kunnen de planten ze gemakkelijk opnemen. Het zuurstofgehalte in het water kan echter niet voldoen aan de behoeften van de ademhaling van de plantenwortels. Daarom is het noodzakelijk om het water kunstmatig op te blazen of in contact te laten komen met de lucht om de opgeloste zuurstof te verhogen.
B. De waterstofionenconcentratie (pH) van water is eenvoudig aan te passen, maar de worteluitscheidingen hopen zich gemakkelijk op. Water kan worden gebruikt om de concentratie van waterstofionen (zuur) te verhogen met zoutzuur of azijnzuur, en om de concentratie van hydroxide-ionen (alkali) te verhogen met natriumhydroxide of kaliumhydroxide. De concentratie neemt toe.
De zuur- of alkaliconcentratie die gewoonlijk wordt gebruikt om de waterstofionenconcentratie van water aan te passen, is 0.1 mol/liter.
Het wortelsysteem in het hydrocultuurmedium neemt enerzijds voedingsstoffen in het water op en loost anderzijds wat organisch materiaal in het water en hoopt zich op in het water. Een aanzienlijk deel van deze organische stof bestaat uit de gebruikelijke exsudatiestoffen die worden gevormd door planten die langdurig in de grond groeien. De functie van dit soort stoffen is vooral het oplossen of complexeren van de voedingsstoffen die niet gemakkelijk door de wortels in de grond worden opgenomen; Sommige "afvalstoffen" van het wortelsysteem, zoals gifstoffen, hebben een overeenkomstige ruimtelijke verdeling in de bodem en hebben geen invloed op de normale opnamefunctie van het wortelsysteem. In de watermatrix wordt het gemakkelijk weer door het wortelsysteem in het lichaam gezogen, dus herhaalde absorptie, uitscheiding en een vicieuze cirkel van heropname en heruitscheiding zijn niet bevorderlijk voor de normale groei van het wortelsysteem en normale fysiologische functies. De oplossing is om de voedingsoplossing regelmatig te vervangen of de voedingsoplossing te laten circuleren.
C. Voedingsstoffen staan in nauw contact met het wortelsysteem en worden gemakkelijk opgenomen door het wortelsysteem, maar er zijn twee belangrijke voorwaarden voor het wortelsysteem om de plant niet te verankeren om voedingsstoffen op te nemen. Een daarvan is dat het wortelsysteem zich actief uitstrekt naar de positie van de voedingsstof en in contact komt met de voedingsstof; Onder invloed van het wortelsysteem beweegt het rond het wortelsysteem en raakt het het wortelsysteem aan. Het wortelsysteem hangt in de voedingsoplossing en voedingsstoffen kunnen gemakkelijk het wortelsysteem bereiken tijdens frequente fysieke bewegingen. Daarom, ook al is de voedingsconcentratie in de oplossing erg laag, als de concentratie van macro-elementen het micromolaire niveau bereikt, wordt deze gemakkelijk opgenomen door het wortelsysteem, zelfs planten groeien het snelst in deze voedingsoplossing. Maar de voedingsoplossing kan het enorme lichaam van de plant niet dragen. Zolang het gewicht van de plant groter is dan het drijfvermogen van het water in de voedingsoplossing, zal de plant onvermijdelijk zinken. Om de planten te verankeren, gebruikt iemand een latwerk om de planten te ondersteunen, waardoor de wortels door het gaas van het latwerk kunnen gaan en de voedingsoplossing kunnen binnendringen. Nadat de plant is opgegroeid, is het wortelsysteem langwerpig en kan de juiste water-luchtverhouding niet worden verkregen in de voedingsoplossing. Om dit probleem op te lossen, kunnen sommige steunen worden geplaatst tussen het latwerk dat de plant ondersteunt en de trog met de voedingsoplossing, en geleidelijk de hoogte verhogen. Zorg dat het uiteinde van het wortelstelsel altijd in de voedingsoplossing staat en het overige deel tussen het vloeistofoppervlak en het rooster. De waterdamp in dit deel van de ruimte is relatief groot, wat kan voldoen aan de verhoudingsvereisten van het water en gas van het wortelsysteem.
(2) mist
Een groot probleem met watersubstraten is een slechte beluchting.
De beste manier om dit probleem op te lossen, is door een waterige oplossing van voedingsstoffen in een nevel te sproeien en het wortelsysteem in de ruimte met deze voedingsstof te laten zweven. Voldoende waterdamp en voedingsstoffen kunnen rond het wortelsysteem worden bereikt en tegelijkertijd kan volledig worden voldaan aan de beluchtingsomstandigheden rond het wortelsysteem. Men kan zeggen dat deze methode van voedingsmist de beste methode is om te voldoen aan de verhouding van water, voedingsstoffen en gas in het wortelsysteem, en het wordt momenteel niet officieel gebruikt in mijn land.
(3) zand
Zand is een veelgebruikt substraat in de grondloze cultuur. Vooral het woestijngebied is het enige substraat dat geen keus heeft.
Zand als grondloos teeltsubstraat heeft de volgende eigenschappen:
①Constant watergehalte Het maakt niet uit hoeveel water u in het zand giet, zolang de omringende afvoer goed is, zal het overtollige water snel wegsijpelen en het overeenkomstige watergehalte behouden; het maakt niet uit of u water geeft of niet, zolang er voldoende water op de bodem van het zand zit, kan het water door sifonwerking een relatief hoog deel bereiken en een passend watergehalte behouden.
Het watergehalte van zand is afhankelijk van de deeltjesgrootte en de deeltjesdiameter van zand is 0.06-2 mm. Hoe fijner de deeltjes, hoe hoger het watergehalte, maar over het algemeen loopt zand gemakkelijk weg.
②Geen retentie van water en kunstmest, goede luchtdoorlaatbaarheid Zand is mineraal, compacte textuur, bijna geen poriën, water wordt op het oppervlak van zandkorrels gehouden, dus de vloeibaarheid van water is groot en de in water opgeloste voedingsstoffen gaan gemakkelijk verloren met het verlies van water . Nadat het water en de voedingsstoffen in het zand verloren zijn gegaan, worden de poriën tussen de deeltjes gevuld met lucht. In vergelijking met kleimineralen heeft zand een goede luchtdoorlatendheid.
③Geef een bepaalde hoeveelheid kaliummeststof en de concentratie van waterstofionen wordt beïnvloed door de zandkwaliteit. Veelgebruikt zand bevat enkele kaliumbevattende anorganische stoffen, die langzaam kunnen oplossen en een kleine hoeveelheid kaliummeststof kunnen leveren. Zelfs de wortels van sommige planten kunnen wat organisch materiaal afscheiden, dat kalium in het zand oplost of cheleert, zodat het door de wortels kan worden opgenomen. Planten die in zand kunnen groeien hebben meestal geen tekort aan kalium.
Sommige soorten zand zijn samengesteld uit kalkhoudende mineralen. De waterstofionenconcentratie van dit zand is minder dan 100 nmol/liter (pH hoger dan 7). Als het niet wordt aangepast, is het niet geschikt voor algemene planten. De gewijzigde methode kan worden opgelost door de waterstofionenconcentratie van de voedingsoplossing aan te passen. Het is het beste om het zand van het alluviale land van de rivieroever of het zand van het eolische land te gebruiken.
④ Zwaar zand is niet geschikt voor grondloze teelt op hoogbouw. Het is echter nog steeds een ideaal grondloos kweeksubstraat vanwege de overvloedige bronnen, lage kosten en economische voordelen voor grassroots-aanplant.
⑤Veilig en hygiënisch Zand verspreidt zelden ziekten en insectenplagen, vooral rivierzand, dat bij het eerste gebruik niet hoeft te worden gedesinfecteerd.
(4) Grind
Grind is hetzelfde als zand, maar de deeltjesdiameter is dikker dan zand, groter dan 2 mm. Het substraatoppervlak is min of meer afgerond.
Het vermogen om water en kunstmest vast te houden is niet zo goed als dat van zand, maar de luchtdoorlatendheid is sterker dan dat van zand. Sommige grindsoorten bevatten kalkhoudend materiaal en dergelijke grindsoorten kunnen niet worden gebruikt als grondloze kweeksubstraten.
(5) Ceramsite
Ceramsite is een schaliemateriaal dat wordt gebakken op ongeveer 800 graden en een relatief uniforme aggregaatgrootte heeft, roze of rood. De interne structuur van ceramsite is los, met veel poriën, vergelijkbaar met honingraat, met een bulkdichtheid van 500 kg/m3, lichte textuur, en kan in water op het wateroppervlak drijven. Het is een goed grondloos kweeksubstraat.
Als grondloos teeltsubstraat heeft ceramsiet de volgende eigenschappen.
① Goede waterretentie, drainage en luchtdoorlatendheid. De interne poriën van ceramsite zijn gevuld met lucht als er geen water is. Bij voldoende water wordt een deel van het water opgenomen en blijft een deel van de gasruimte behouden. Wanneer het water rond het wortelstelsel onvoldoende is, diffundeert het water in de poriën door het oppervlak van het ceramsiet naar de poriën tussen het ceramsiet zodat het wortelstelsel de luchtvochtigheid rondom het wortelstelsel kan opnemen en vasthouden.
De grootte van ceramsietaggregaten hangt samen met de wateropname en luchtdoorlaatbaarheid ervan, en ook met de fysiologische vereisten van het wortelstelsel. Over het algemeen geldt dat wanneer ceramsiet met grotere aggregaten wordt gebruikt als grondloos kweeksubstraat, de poriën tussen de aggregaten groot zijn. Vergeleken met het ceramsiet met kleine toeslagstoffen zijn de luchtvochtigheid en het vochtgehalte kleiner. Door de grootte van de ceramsite te kiezen, kunt u de goede watercondities en beluchtingsomstandigheden krijgen die de planten nodig hebben.
② Matige retentiecapaciteit van kunstmest Veel voedingsstoffen kunnen zich niet alleen aan het oppervlak van ceramsite hechten, maar kunnen ook de poriën in de ceramsite binnendringen voor tijdelijke opslag. Wanneer de voedingsconcentratie op het oppervlak van ceramsiet afneemt, gaan de voedingsstoffen in de poriën naar buiten om te voldoen aan de behoeften van het wortelsysteem om de behoefte aan voedingsstoffen te absorberen. Net als de waterretentieprestaties van ceramsite, ligt de meststofretentiecapaciteit van ceramsite in een matig bereik in vergelijking met andere substraten.
③ Waterstofionenconcentratie van chemisch stabiel ceramsite
Het is 1 ~ 12590 nanomol / liter (pH9 ~ 4,9) en heeft een bepaalde hoeveelheid kationische substitutie (60 ~ 210 mmol / kg). Verschillende bronnen van ceramsiet hebben verschillen in hun chemische samenstelling en fysische eigenschappen (Tabel 4-1, Tabel 4-2), maar ze zijn allemaal geschikt als grondloze kweeksubstraten.
④ Veilig en hygiënisch Ceramsite kweekt zelden insecteneieren en ziekteverwekkers. Het heeft geen eigenaardige geur en geeft geen schadelijke stoffen af. Het is geschikt voor de grondloze teelt van bloemen die zijn gedecoreerd in gebouwen zoals huizen en restaurants.
⑤ Niet geschikt voor grondloze teelt van planten met slanke wortels
De diameter van matrix ceramsietaggregaten is groter dan die van zand, perliet etc. Voor planten met dikke wortelstelsels is de water- en luchtomgeving rond het wortelstelsel zeer geschikt, maar voor planten met slanke wortelstelsels zoals rododendrons is de grote poriën tussen ceramsites zijn gemakkelijk voor wortels om te groeien. Luchtdroog mag daarom niet worden gebruikt om dit type plant te laten groeien.
(6) Vermiculiet
Vermiculiet is gehydrateerd magnesium-aluminiumsilicaat, dat wordt gevormd wanneer mica-achtige anorganische stoffen worden verwarmd tot 800-1000 graden. Mica-achtige anorganische stoffen bevatten watermoleculen en bij verhitting zetten de watermoleculen uit tot waterdamp, die de harde anorganische stoflaag doet barsten en kleine, poreuze, sponsachtige kernen vormt. Het volume van vermiculiet dat is geëxpandeerd door behandeling bij hoge temperatuur is 18-25 maal het origineel, de volumedichtheid is erg klein, 80 kg/m3, en de porositeit is groot. Vermiculiet gebruikt als grondloos kweeksubstraat heeft de volgende kenmerken:
① Sterke wateropname, sterk vermogen om water en kunstmest vast te houden Vermiculiet kan 100-650 liter water per kubieke meter absorberen, wat 1,25-8 keer meer is dan zijn eigen gewicht. Van de grondloze teeltsubstraten die in dit boek zijn geïntroduceerd, heeft vermiculiet het grootste waterabsorptievermogen, een kationvervangend vermogen van 10 mmol/kg en een sterk water- en kunstmestretentievermogen.
② De porositeit is groot (95 procent), en het ademende vermiculiet absorbeert water om de gasruimte te verkleinen, en het vermiculiet dat het verzadigde watergehalte bereikt, heeft een slechte luchtdoorlaatbaarheid. Omdat vermiculiet een grote gasruimte en een sterk waterabsorptievermogen heeft, kan het watergehalte van vermiculiet kunstmatig worden aangepast om de beste water-luchtverhouding te bereiken die geschikt is voor bepaalde bloemen en planten. Vermiculiet is een goed grondloos substraat voor de meeste bloeiende planten.
③De concentratie waterstofionen is 1-100 nanomol/liter (pH9-7), wat kan zorgen voor een bepaalde hoeveelheid kalium, een kleine hoeveelheid calcium, magnesium en andere voedingsstoffen. Deze eigenschappen worden bepaald door de chemische samenstelling van vermiculiet.
De chemische samenstelling van vermiculiet is (Mg2 plus , Fe2 plus , Fe3 plus )3[(Si, Al)4O10](OH)2·4H2O. Hoewel vermiculiet hydroxide-ionen bevat, zodat de concentratie waterstofionen minder is dan 100 nmol/L (hoger dan pH7), kunnen de wortels van de meeste bloemplanten door de sterke doorlaatbaarheid van de matrix worden aangepast door de concentratie waterstofionen in de voedingsoplossing. Zorg voor een goede leefomgeving.
④Veilig en hygiënisch Vermiculiet wordt gevormd bij hoge temperatuur en is gesteriliseerd. Wanneer nieuw vermiculiet wordt gebruikt, wordt het niet gesteriliseerd en infecteert het geen pathogene bacteriën en insecteneieren. Het gebruikte vermiculiet kan worden gesteriliseerd door hoge temperatuur of gesteriliseerd met 1,5 g/L kaliumpermanganaat of formaline (verkrijgbaar in winkels met chemische reagentia) en kan continu worden gebruikt.
Vermiculiet zelf heeft geen eigenaardige geur en stoot geen schadelijke gassen uit.
⑤ Het is niet geschikt om vermiculiet gedurende lange tijd te gebruiken, de structuur zal worden verbroken, de porositeit zal worden verminderd en de drainage en luchtdoorlatendheid zullen worden verminderd. Daarom kan het tijdens transport en gebruik niet onder zware druk staan. Over het algemeen geldt dat als het vermiculiet 1-2 keer wordt gebruikt, het niet langer kan worden gebruikt om dezelfde soort bloemen te planten, maar bloemplanten met een slank wortelgestel moeten opnieuw worden geplant.
(7) perliet
Perliet is een mineraal gevormd uit kiezelhoudend vulkanisch gesteente, genoemd naar zijn parelvormige bolvormige scheuren. Het watergehalte van kiezelhoudend vulkanisch gesteente is ongeveer 2 tot 5 procent. Wanneer het wordt geplet en verwarmd tot ongeveer 1000 graden, zet het uit om geëxpandeerd perliet te vormen voor grondloze teelt, en het stortgewicht is klein, 80 tot 180 kg/m3. Dit mineraal heeft een gesloten cellulaire structuur.
①Kenmerken van perliet
A. Goede luchtdoorlaatbaarheid en matig watergehalte. De porositeit van perliet is ongeveer 93 procent, waarvan het luchtvolume ongeveer 53 procent is en het waterhoudend vermogen 40 procent is. Bij bewatering blijft het meeste water aan de oppervlakte en stroomt het gemakkelijk weg door de kleine waterspanning. Daarom is perliet gemakkelijk af te voeren en gemakkelijk te beluchten.
Hoewel de wateropname van perliet (4 keer zijn eigen gewicht) niet zo goed is als die van vermiculiet, kan perliet bij water in de onderste laag (zoals in een anti-kwel bloempot) het water in de onderste laag afvoeren door de watergeleiding tussen de deeltjes. Trekt het perliet door de hele pot naar binnen en behoudt de juiste doorlaatbaarheid. Het watergehalte heeft volledig voldaan aan de behoeften van het plantenwortelleven. Daarom is het beter om perliet te kiezen dan vermiculiet bij het kweken van sommige bloemen die strenge eisen stellen aan de verhouding water en lucht. Vooral bij het kweken van enkele zuurminnende zuidelijke bloemen, kan perliet zijn voordelen beter weergeven.
B. De waterstofionconcentratie van chemisch stabiel perliet is 31,63-100 nmol/liter (pH7.5-7.0).
De hoeveelheid kationsubstitutie van perliet is minder dan 1,5 mmol/kg en het heeft bijna geen opnamecapaciteit voor voedingsstoffen. De meeste voedingsstoffen in perliet kunnen niet door planten worden opgenomen en gebruikt. De concentratie waterstofionen is hoger dan die van vermiculiet, wat een van de redenen is waarom het geschikter is voor het planten van zuurminnende bloemen in het zuiden.
C. Het kan alleen worden gebruikt als grondloos teeltsubstraat, of het kan worden gemengd met turf, vermiculiet, enz. De gerelateerde gemengde substraten worden in de volgende hoofdstukken geïntroduceerd.
② Problemen waar u op moet letten bij het gebruik van perliet
Ten eerste, nadat het perliet in de voedingsoplossing is gegoten, is het gemakkelijk om groene algen te laten groeien op het aan licht blootgestelde oppervlak. Om de groei van groene algen onder controle te houden, kunt u het perliet op het oppervlak vervangen of regelmatig omdraaien of licht vermijden.
Ten tweede is perlietstof zeer irriterend voor de keel (keel), dus wees voorzichtig. Het is het beste om het voor gebruik met water te besproeien om te voorkomen dat stof rondvliegt.
Ten derde is het soortelijk gewicht van perliet lichter dan dat van water en zal het op het wateroppervlak drijven als er veel regen valt. Als gevolg hiervan is het contact tussen perliet en het wortelsysteem niet betrouwbaar, kunnen de wortels gemakkelijk worden beschadigd en zijn de planten vatbaar voor verstopping. Plannen voor overstromingsbeheersing en wateroverlast moeten van tevoren worden geregeld.
Alle plantenwortels zijn geschikt voor de teelt in perliet, vooral zuurminnende slanke vezelachtige wortelbloemen,
Het is niet gemakkelijk om in andere substraten te groeien, maar groeit robuust in perliet.
(8) steenwol
Steenwol is een vezelachtig mineraal gemaakt van een mengsel van 60 procent diabaas, 20 procent kalksteen en 20 procent cokes. in filamenten met een diameter van 0,005 mm, en druk het vervolgens in een vel met een bulkdichtheid van 80-100kg/m3, en voeg vervolgens een fenolhars toe om de oppervlaktespanning bij afkoeling te verminderen tot ongeveer 200 graden. Maak het watervast.
Steenwol werd voor het eerst gebruikt in de grondloze teelt door Hornum in Denemarken in 1969. Het trok al snel de aandacht van Nederland en nu gebruikt 80 procent van de grondloze teelt van groenten in Nederland steenwol als substraat. In de grondloze teelt van de wereld staat het gebied dat wordt ingenomen door steenwol op de eerste plaats.
①De eigenschappen van steenwol als houtvrij teeltsubstraat
A. Lage prijs, makkelijk in gebruik, veilig en hygiënisch
De belangrijkste reden voor bloemen. De kosten van de faciliteiten die worden gebruikt bij de steenwolteelt zijn ook laag. De steenwol is op hoge temperatuur behandeld. Bij gebruik van nieuwe steenwol is steriliseren niet nodig. Bij het verwisselen van de pot hoef je alleen maar het originele kleine steenwolblok in het grote steenwolblok te doen, erg handig.
B. Breed scala aan toepassingen Het steenwolsubstraat kan worden gebruikt voor de grondloze teelt van diverse groenten en bloemen. in voedingsfilmtechniek
Steenwol kan worden gebruikt als substraat in technologieën zoals deep liquid flow-technologie, druppelirrigatie en meerlaagse driedimensionale teelt; of het nu een dik wortelgestel is of een slank wortelgestel, het kan goed groeien in steenwol. Vooral voor bloemen die niet vaak van substraat hoeven te wisselen is het zeer geschikt.
C. De water-luchtverhouding is voor veel planten juist
Katoen heeft grote poriën, tot wel 96 procent, en een sterke wateropname. In een voldoende dikke steenwollaag neemt het watergehalte van steenwol geleidelijk toe van boven naar beneden. Het gas neemt geleidelijk af van boven naar beneden, zodat de water-gasverhouding in het steenwolblok een gradiëntverandering vormt van boven naar beneden. De wortelgroei van planten geplant in steenwolblokken heeft de neiging om in de meest geschikte wortelomgeving te zijn (dat wil zeggen, de verhouding water en lucht is geschikt). Zie tabel 4-3 voor de verticale verdeling van vocht en lucht in het steenwolblok.
② Problemen waar je op moet letten bij het gebruik van steenwol
Ten eerste is de waterstofionenconcentratie van nieuwe ongebruikte steenwol relatief laag. Over het algemeen is de concentratie waterstofionen lager dan 100 nmol/liter (hoger dan pH 7). Als voor gebruik een kleine hoeveelheid zuur aan de irrigatie wordt toegevoegd, zal de concentratie waterstofionen na 1 tot 2 dagen toenemen.
Ten tweede is steenwol niet afbreekbaar en is de behandeling na gebruik nog niet opgelost. De gebruikelijke methode is om de gebruikte steenwol te gebruiken als bodemverbeteraar, en een deel wordt gerecycled als grondstof voor de productie van steenwol. Maar deze methoden worden nog onderzocht.
In de grondloze teelt is steenwol nog steeds zeer geschikt als substraat voor daktuinen, met name voor de aanplant van groenblijvende meerjarige boomsoorten, zoals vijfnaaldden, podocarpus en cipres. In het landschapsontwerp met druppelirrigatiesysteem kan steenwol lange tijd worden gebruikt, maar is het niet geschikt voor het planten van snelgroeiende of tweejarige grasbloemen, omdat de oude steenwol na vervanging moeilijk af te voeren is.
(9) Siliconen
Er zijn twee soorten silicagel die worden gebruikt als substraat voor grondloze teelt, de ene is silicagel G en de andere is silicagel B. Silicagel G is een van kleur veranderende silicagel, die blauwgroen is als hij droog is en roze of kleurloos wordt na het absorberen van water. De wateropname en de adsorptie van voedingsstoffen zijn niet zo goed als die van silicagel B. Silicagel B wordt uitgebreid tijdens het bakproces en heeft meer poriën in de structuur, en het vermogen om water te absorberen en voedingsstoffen op te slaan is meer dan twee keer zo groot als dat van silicagel G.
De eigenschappen zijn beter dan zand.
Omdat silicagel een kristallijn deeltje is, is de ruimtelijke verdeling van plantenwortels duidelijk te zien, wat bijdraagt aan het plezier van grondloze teelt.
Behalve planten met dunne wortels zoals rododendrons, die niet geschikt zijn voor grondloze teelt met silicagel, zijn de meeste dikkere, zichtbare wortelsystemen zoals sommige lucht- of vlezige wortelbloemplanten geschikt.
(10) Ionenwisselaarhars
Ionenwisselaarhars wordt ook wel ionenaarde genoemd. Het is een soort grondloos kweeksubstraat dat wordt verkregen door de voedingsstoffen die planten nodig hebben te mengen met kationische of anionische adsorbentia zoals epoxyhars in verschillende verhoudingen. Dit substraat is hetzelfde als andere substraten, veilig en hygiënisch, niet giftig en smaakloos, en de ionen die op de hars zijn geadsorbeerd, komen langzaam vrij zodat planten kunnen absorberen, zelfs als de concentratie van ionen die op de hars zijn geadsorbeerd hoog is, zal het niet schade toebrengen aan de planten.
Het nadeel van ionenuitwisselingshars is dat het duur is en bij hergebruik moet worden geregenereerd.
